Mijn moeder werd dit jaar zestig en dat leek me wel reden genoeg om eindelijk in te gaan op haar vraag om eens iets voor haar te maken. Want ik heb dat lang uitgesteld, om twee redenen: liefst van al wou ze dat ik een trui voor haar zou breien maar ik heb mezelf beloofd om daar nooit meer aan te beginnen. Màànden duurt dat (in mijn geval) en ik ben nooit helemaal tevreden van het resultaat. Qua anticlimax kan een breiproject wel tellen, vind ik. Ofwel ben ik te kritisch voor mezelf, wat me meteen bij de tweede reden brengt: er is zo mogelijk iemand nòg kritischer voor mij, en dat is mijn moeder (ze mag het lezen want ze weet het ;-). Ik weet nog heel goed hoe ze me bemoedigend toesprak toen ik haar vertelde dat ik mijn eerste rokje had gemaakt: "Dat kan je toch niet zelf maken, zoals in de winkel?" (ik heb nooit een goede reputatie gehad als het op handigheid aankwam). Of haar complimentje toen ze dat eerste rokje in het echt zag: "Leuk. Maar je kan er precies wel doorkijken." (gezien ikzelf ook overtuigd was van dat gebrek aan handigheid had ik me voor mijn eerste probeersel nog niet aan een rok-met-voering gewaagd). Ondertussen zijn we x-aantal jaar verder en voelde ik me eindelijk rijp genoeg om de Grote Test te doorstaan. Wegens een gigantische stapel projecten en een omgekeerd evenredige hoeveelheid beschikbare tijd koos ik voor eenvoudige LMV-patronen. Want less is more en het is het gebaar dat telt, nietwaar? Of nog: soms moet je de stofjes doen schitteren!
1. Hope cardigan
Naast kritiek, pleegt een moeder ook al eens wijze raad te hebben. Zo ook de mijne. Ik kan een lijst maken van dingen die ik "steeds in mijn handtas moet hebben zitten" die langer is dan alle verlanglijstjes van alle Antwerpse kindjes voor Sinterklaas én de kerstman samen, maar daar heb ik het nu niet over. Want een dikke pull, die past niet in een sjakos. Die moet je standaard altijd op het werk hebben liggen. En jawel, ik heb bij Mon Depot altijd een cardigan over mijn stoel hangen, want een kasteel dat warmt moeilijk op. En mijn moeder heeft nu een lekker warme Hope cardigan over haar bibliotheekstoel hangen, in een prachtig blauw pelsje van Strass, afgewerkt met boordstof van bij Bambiblauw. De trui zit écht op 1-2-3 ineen, ik was langer bezig met stofzuigen achteraf!
2. Jolene top
Deze had ik al eens voor mezelf gemaakt, maar in een iets te stugge witte tricot waardoor ik het gevoel kreeg er als een verpleegster bij te lopen. Nu koos ik voor een lichte jersey met zilveren streepjes, om het ook iets feestelijks te geven. En hier sloeg Murphy toe. Zoals het hoort, stikte ik netjes met een stretchsteek, zodat alles goed blijft meerekken. Maar owee als je dan een fout maakt. Zwart garen losmaken van een zwarte stof is op zich al niet het makkelijkste dat er bestaat. Maar zwart garen in stretchsteek losmaken uit een zwarte stof is mijn equivalent van de hel. Natùùrlijk heb ik een gaatje gemaakt, en natùùrlijk net op de moeilijkste plaats: het puntje van de V-hals. Na heel wat gevloek en geknoei heb ik het kunnen fixen, maar helaas loopt één streep ter hoogte van de hals nu niet meer recht, maar in een puntje gebogen. Voor een liefhebber van symmetrie is dat een doorn in het oog. Maar denk je dat la mama dat ziet? Nee, zij had commentaar op de breedte van de band onderaan. Terecht, moet ik toegeven, want ik weet dat ik daar bij mijn witte versie ook op heb moeten zoeken. In het patroon wordt gewerkt met boordstof en die rekt meer uit dan de jersey die ik wou gebruiken. Het was dus wat gokken om de goede breedte te krijgen, maar helaas heb ik fout gegokt. En nu breek ik me al een week het hoofd hoe ik dat ga kunnen fixen zonder die stretchsteek los te moeten maken...
Maar de hamvraag luidt uiteraard: ben ik geslaagd voor de Grote Test? Ik denk dat onderstaande foto's bewijzen dat ik op zijn minst een onderscheiding heb gehaald (en dat mijn moeder beter kan poseren dan ik):